Jezus dan zei: Laat haar begaan; zij heeft dit bewaard met het oog op de dag van Mijn begrafenis. Want de armen hebt u altijd bij u, maar Mij hebt u niet altijd.
Joh. 12:7-8
Jezus dan kwam zes dagen voor het Pascha in Bethanië, waar Lazarus was, die gestorven was maar die Hij uit de doden opgewekt had. 2 Zij nu bereidden daar een maaltijd voor Hem, en Martha bediende; en Lazarus was een van hen die met Hem aanlagen. 3 Maria dan nam een pond zuivere narduszalf van zeer grote waarde, zalfde de voeten van Jezus en droogde Zijn voeten met haar haren af; en het huis werd vervuld met de geur van de zalf. 4 Toen zei een van Zijn discipelen, Judas Iskariot, de zoon van Simon, die Hem verraden zou: 5 Waarom is deze zalf niet voor driehonderd penningen verkocht en aan de armen gegeven? 6 En dit zei hij niet omdat hij zich bekommerde om de armen, maar omdat hij een dief was, en de beurs beheerde en droeg wat gegeven werd. 7 Jezus dan zei: Laat haar begaan; zij heeft dit bewaard met het oog op de dag van Mijn begrafenis. 8 Want de armen hebt u altijd bij u, maar Mij hebt u niet altijd.
Joh. 12:1-8
Niemand kende haar schaamte en angst totdat Jezus haar liefdevol genas. Haar liefde en dank giet ze als geurende olie over hem uit. Wie dient hier wie?