Week 4 – Dienen in het licht van de profeten – 1 februari

U zegt: God dienen is nutteloos! Wat voor nut heeft het dat wij onze taak ten behoeve van Hem vervullen en dat wij in het zwart gaan voor het aangezicht van de HEERE van de legermachten? Welnu, wij prijzen de hoogmoedigen gelukkig: niet alleen worden zij die goddeloosheid doen, opgebouwd, zelfs als zij God beproeven, ontkomen zij.
Mal. 3:14-15

Uw woorden tegen Mij waren te hard, zegt de HEERE. Maar u zegt: Wat hebben wij onder elkaar tegen U gesproken? 14 U zegt: God dienen is nutteloos! Wat voor nut heeft het dat wij onze taak ten behoeve van Hem vervullen en dat wij in het zwart gaan voor het aangezicht van de HEERE van de legermachten? 15 Welnu, wij prijzen de hoogmoedigen gelukkig: niet alleen worden zij die goddeloosheid doen, opgebouwd, zelfs als zij God beproeven, ontkomen zij. 16 Dan spreken zij die de HEERE vrezen, ieder tot zijn naaste: De HEERE slaat er acht op en luistert. Er is een gedenkboek geschreven voor Zijn aangezicht, voor wie de HEERE vrezen en wie Zijn Naam hoogachten. 17 En zij zullen voor Mij, zegt de HEERE van de legermachten, op de dag die Ik maken zal, een persoonlijk eigendom zijn. Ik zal hen sparen, zoals een man zijn zoon spaart die hem dient. 18 Dan zult u opnieuw het onderscheid zien tussen een rechtvaardige en een goddeloze, tussen wie God dient en wie Hem niet dient.

Maleachi 3:13-18

In de tijd van Maleachi lijkt het volk niet van plan anders te gaan denken over God. Ze vragen zich hardop af of het alle inspanning wel waard is. Dit zou ook zo in onze tijd gezegd kunnen worden. Termen zoals: ‘God dienen is nutteloos, zonder God ben ik ook gelukkig of van Gods oordelen merk je toch niets…’ God reageert niet altijd direct op wat mensen doen, maar Hij is wel helemaal betrokken! Wat zou jij zeggen tegen je naaste (als) die zo over het dienen van God praat?