Wie in de schuilplaats van de Allerhoogste is gezeten, zal overnachten in de schaduw van de Almachtige.
Psalm 91: 1
01. Wie in de schuilplaats van de Allerhoogste is gezeten,
zal overnachten in de schaduw van de Almachtige.
- Ik zeg tegen de HEERE: Mijn toevlucht en mijn burcht,
mijn God, op Wie ik vertrouw! - Want Híj zal u redden van de strik van de vogelvanger,
van de zeer verderfelijke pest. - Hij zal u beschutten met Zijn vlerken,
onder Zijn vleugels zult u de toevlucht nemen,
Zijn trouw is een schild en een pantser. - U zult niet vrezen voor het beangstigende van de nacht,
voor de pijl die overdag aan komt vliegen, - voor de pest, die in het donker rondgaat,
voor het verderf dat midden op de dag verwoest. - Al zullen er duizend vallen aan uw zijde
en tienduizend aan uw rechterhand –
bij u zal het onheil niet komen. - Slechts met uw ogen zult u het aanschouwen,
u zult de vergelding aan de goddelozen zien. - Want U, HEERE, bent mijn toevlucht.
De Allerhoogste hebt u tot uw woning gemaakt. - Geen onheil zal u overkomen,
geen plaag zal uw tent naderen. - Want Hij zal voor u Zijn engelen bevel geven
dat zij u bewaren op al uw wegen. - Zij zullen u op de handen dragen,
zodat u uw voet aan geen steen stoot. - Op de felle leeuw en de adder zult u trappen,
u zult de jonge leeuw en de slang vertrappen. - Omdat hij liefde voor Mij opgevat heeft, zegt God, zal Ik hem bevrijden;
Ik zal hem in een veilige vesting zetten, want hij kent Mijn Naam. - Hij zal Mij aanroepen en Ik zal hem verhoren,
in de benauwdheid zal Ik bij hem zijn,
Ik zal hem eruit helpen en hem verheerlijken. - Ik zal hem met lengte van dagen verzadigen,
Ik zal hem Mijn heil doen zien.
Psalm 91
Hoe houden we dit vast als het eropaan komt?